De bovenstaande figuur toont de veranderingen op het MRI-tomogram met intracerebrale bloeding in het hoofd. hersenen (hemorragische beroerte) in de eerste, derde, zevende en vierde dag vanaf het begin van de klinische symptomen.
Bij bloedingen worden veranderingen in de intensiteit van het magnetische resonantiesignaal en de resulterende verschillen in weefselcontrast bepaald door vele biologische en technische factoren.
Van de eerste, de toestand van het hemoglobinemolecuul geassocieerd met de overgang van oxyhemoglobine naar deoxyhemoglobine (2-4 dagen), en vervolgens in methemoglobine (van 5-7 dagen) en hemosiderine, wat de magnetische eigenschappen verandert deze verbinding.
Van de technische factoren zijn de sterkte van het magnetische veld van de tomograaf en de kenmerken van de gebruikte studiemodi belangrijk.
Na bloeding op T2-beelden kunnen afwijkingen enkele jaren aanhouden, wat gepaard gaat met de afzetting van hemosiderine in de wanden en het weefsel van de hersenen.
Inhoud
De bovenstaande figuur toont de veranderingen op het MRI-tomogram met intracerebrale bloeding in het hoofd. hersenen (hemorragische beroerte) in de eerste, derde, zevende en vierde dag vanaf het begin van de klinische symptomen.
Bij bloedingen worden veranderingen in de intensiteit van het magnetische resonantiesignaal en de resulterende verschillen in weefselcontrast bepaald door vele biologische en technische factoren.
Van de eerste, de toestand van het hemoglobinemolecuul geassocieerd met de overgang van oxyhemoglobine naar deoxyhemoglobine (2-4 dagen), en vervolgens in methemoglobine (van 5-7 dagen) en hemosiderine, wat de magnetische eigenschappen verandert deze verbinding.
Van de technische factoren zijn de sterkte van het magnetische veld van de tomograaf en de kenmerken van de gebruikte studiemodi belangrijk.
Na bloeding op T2-beelden kunnen afwijkingen enkele jaren aanhouden, wat gepaard gaat met de afzetting van hemosiderine in de wanden en het weefsel van de hersenen.